BlogsDAT → CAT in NT2: waarom de stap zo essentieel is
DAT → CAT in NT2: waarom de stap zo essentieel is
Iedereen, van kleuter tot nieuwkomer, groeit stap voor stap van gewone dagelijkse taal (DAT) naar school- en vaktaal (CAT). We kijken naar vier kantelmomenten in het basisonderwijs, en naar vier extra sprongen die volwassen NT2-leerders maken binnen het nieuwe inburgeringsstelsel.
Wanneer je als kleuter de basisschool binnenloopt, praat je vooral in gewone dagelijkse taal. Dat noemen we DAT. Al snel, ergens rond groep 3, komen de eerste schoolwoorden om de hoek kijken, zoals leesboek, som en letter. Daarmee zet je je eerste stap naar CAT, de taal die je nodig hebt om te leren en na te denken.
Er zijn grofweg vier kantelmomenten waarin je woordenschat opnieuw een flinke sprong maakt:
Start basisschool (groep 1-3)
Je gaat van praten over speelgoed naar woorden als titel, regel en bladzijde.
Middenbouw naar bovenbouw (groep 5-8)
De taal wordt abstracter. Begrippen als verklaren, eigenschap en grafiek komen erbij.
Overstap naar mbo of hbo
Echte vaktaal duikt op, bijvoorbeeld competentie, stageverslag en evidence-based.
Eerste baan of stage
Op de werkvloer hoor je professioneel jargon, zoals protocol, klantdossier en root cause.
Bij elke overgang heb je moeilijkere en preciesere woorden nodig om te begrijpen wat er speelt, samen te werken en je mening uit te leggen. Zo groei je je hele leven door van DAT naar CAT, van simpele gesprekstaal naar de taal waarmee je leert, werkt en verder komt.
Volwassen NT2-leerders
Volwassen nieuwkomers beginnen hun taalleerproces op dezelfde plek als kinderen: bij Dagelijkse Algemene Taal (DAT). In de eerste weken oefenen zij zinnen als “Ik woon in Utrecht” en “Ik zoek de supermarkt”. Deze basis is nodig om praktisch te overleven, maar niet genoeg om te slagen voor het inburgeringsexamen of mee te doen op de arbeidsmarkt. Daarom moeten statushouders en andere inburgeraars doorleren naar Cognitief / Academische Taal (CAT), de preciezere taal van werk, studie en overheidscommunicatie.
Vier extra taalsprongen
De nieuwe Wet Inburgering 2021 zet die ontwikkeling expliciet op de agenda. In de B1-route verwachten gemeenten dat inburgeraars binnen drie jaar taalniveau B1 halen, zodat zij kunnen werken of een mbo-opleiding volgen. Voor hoogopgeleide nieuwkomers in de onderwijsroute ligt de lat nog hoger, richting B1 of zelfs B2 voor het Staatsexamen NT2 Programma II
Vier taalsprongen voor volwassen NT2-leerders
Eerste weken in het azc of de gemeente
Vrijwillige basiscursussen en taallessen van vrijwilligers richten zich op overleven in het dagelijks leven: boodschappen doen, de bus nemen, een afspraak maken (Rijksoverheid).
Start inburgeringstraject (A1 → A2)
Inburgeraars leren eenvoudige werkwoorden in tegenwoordige en verleden tijd, schrijven korte berichten en begrijpen formulieren. Dit is nog vooral DAT.
B1-route of onderwijsroute (A2 → B1/B2)
Hier verschuift de aandacht naar CAT: langere teksten, formele brieven, vakspecifieke woordenschat als stageverslag, competentie en sollicitatiegesprek
Participatie op de werkvloer of vervolgstudie
Werkgevers en opleiders verwachten vakjargon en procestaal zoals protocol, risico-analyse of evidence based. Ook laaggeletterde inburgeraars in de Z-route krijgen via participatieactiviteiten steeds meer functionele CAT aangeboden, passend bij hun leerbaarheid (Divosa).
Waarom deze stap telt
Slagen voor examens
Het inburgeringsexamen op B1 toetst luister-, lees-, schrijf- en spreekvaardigheid in situaties die verder gaan dan “boodschappen doen”. Zonder CAT-woordenschat lukt het niet om vragen over arbeidsmarkt of zorg goed te beantwoorden.
Toegang tot werk en opleiding
Werkgevers verwachten dat nieuwe collega’s veiligheidsinstructies lezen en rapportages schrijven. Mbo- en hbo-opleidingen eisen dat studenten bronnen kunnen begrijpen en samenvatten. Dat vraagt CAT.
Zelfstandige participatie
De overheid wil dat elke nieuwkomer “kan werken of studeren en zelfstandig kan meedoen in de samenleving”. Dat lukt pas als iemand niet alleen dagelijkse gesprekken voert, maar ook brieven van DUO, huurcontracten en nieuwsartikelen begrijpt.
Conclusie
Voor statushouders en inburgeraars is de sprong van DAT naar CAT geen luxe maar een wettelijke en maatschappelijke noodzaak. Wie die stap niet zet, blijft hangen op basiscommunicatie en loopt vast in studie, werk of contact met instanties. Toch bieden de meeste huidige NT2-methoden nauwelijks ruimte voor een gerichte opbouw richting CAT.
Titels van uitgeverij BOOM als De Opmaat, Inzicht, Nederlands in gang, Nederlands in actie en De Sprong. TaalCompleet van Kleurrijker behandelen vooral alledaagse thema’s tot niveau A2 of hooguit B1 en concentreren zich op gesprekken over wonen, boodschappen en vrijetijd zonder vaktaal of formele tekstgenres. Het resultaat is veel DAT en slechts oppervlakkige of algemene CAT.
Een gemiste kans, want wetgeving rond de B1-route en onderwijsroute vraagt om vakspecifieke lees- en schrijfvaardigheid, bijvoorbeeld stageverslagen, protocollen en risico-analyses.
Docenten en begeleiders doen er daarom goed aan om vanaf dag één CAT-opbouw te integreren. Dat kan met visuele ondersteuning, modelzinnen en praktijkopdrachten die vakspecifieke taal activeren. Zo groeit de taalleerder stap voor stap van dagelijkse redzaamheid naar volwaardige participatie in opleiding en arbeid.
Woordenlijstjes afvinken is eenvoudig, maar vaktaal beklijft pas wanneer cursisten die actief inzetten. Daarom kiest Vaktaal+ voor Problem Based Learning, PBL. In plaats van losse termen memoriseren bestuderen deelnemers elke les een herkenbaar praktijkprobleem: een vertraagde zending, een zorgoverdracht of een foutieve order. Ze analyseren samen de situatie, zoeken de juiste vaktermen, formuleren vragen en presenteren een oplossing. Zo ontstaat een krachtige driehoek van woordenschat, handelen en reflectie. Dit artikel laat zien hoe PBL in zeven stappen wordt ingebed in Vaktaal+, hoe de methode elk mbo-niveau bedient en waarom cursisten daardoor niet alleen meer woorden kennen, maar ook beter samenwerken, problemen oplossen en kwaliteitsbewust handelen op de werkvloer.
Vaktaal+ is een didactische aanpak die taalontwikkeling direct verbindt met beroepshandelen. Het programma helpt toekomstige mbo-studenten om de taal van hun vak te verwerven terwijl zij realistische praktijksituaties oplossen.
Mis niets!
“Blijf op de hoogte: taal, vak & toekomst – schrijf je in voor de Lingua Academy-nieuwsbrief!”